Publieksverslag 2022

2022 SPECIALISTEN DRAGEN BIJ AAN DE KWALITEIT VAN ONS ONDERWIJS PUBLIEKSVERSLAG

Voorwoord Een aantal OOH-leerkrachten staat niet alleen voor de groep, maar werkt daarnaast ook als vakspecialist. Vijf van hen laten we in dit jaarverslag aan het woord. Het gaat om specialisten op het gebied van muziek, gymnastiek, taal en lezen en rekenen. Hun inzet kreeg het afgelopen jaar een extra impuls door het NPO (Nationaal Programma Onderwijs). Met dat programma heeft de overheid geld beschikbaar gesteld om de gevolgen van de coronalockdowns op te vangen. Het stelt scholen in staat extra materialen aan te schaffen en extra leerkrachten in te zetten. Dat laatste om de werkdruk van collega’s te verlagen en om, bijvoorbeeld, op meer uren vakspecialisten te kunnen inzetten. Professionalisering Die extra inzet van vakspecialisten past perfect in ons streven naar steeds verder gaande professionalisering van de hele OOH-organisatie: van leerkrachten tot ondersteunende diensten en directie. Alle OOH-scholen hebben elk hun eigen karakter en leggen hun eigen accenten in het onderwijs en in de benadering van de kinderen. Ze bepalen ook alle vier zelf welk vakspecialisme extra aandacht krijgt. Tegelijk is het de bedoeling dat de vakleerkrachten hun expertise niet alleen binnen de eigen school, maar ook OOH-breed delen. Laura Verhoeven, bijvoorbeeld, staat voor groep 4 van de Bijenkorf. Daarnaast is zij rekencoördinator op haar eigen school en rekenspecialist op de Plantage. Sanne van Blokland, vakleerkracht gymnastiek op de Velduil, neemt deel aan een gemeentelijke werkgroep die zich onder andere buigt over de aanschaf van nieuwe gymnastiekmaterialen voor alle scholen in Houten. Zo ontstaan steeds meer netwerkjes waarin de verschillende vakspecialisten hun kennis en ervaring met elkaar delen en samen de professionalisering van het onderwijs versterken. Met deze aanpak willen we bereiken dat we ook na juli 2025, wanneer het NPO-programma definitief stopt, de verschillende vakspecialismen op sterkte te kunnen houden. Annelies Smits mpm Directeur – bestuurder OOH Vakleerkrachten dragen bij aan verdere professionalisering Annelies

Sanne Hoe gaan we om met winst en verlies? Na de Academie voor Lichamelijke Opvoeding ben ik gaan werken als vakdocent gymnastiek. Dat doe ik inmiddels vijf jaar, waarvan de laatste twee jaar op de Velduil. Daar sta ik voor alle groepen, drie dagen in de week. Daarnaast werk ik nog twee dagen in Maarssen. In vrijwel al mijn lessen verdeel ik de gymzaal in drie vakken waarin ik drie verschillende spellen aanbied. Mijn lessen geef ik op basis van de twaalf leerlijnen die staan beschreven in het ‘Basisdocument Bewegingsonderwijs’ voor de basisscholen. Daarmee werken alle gymnastiekdocenten, dat is een verplichting vanuit de overheid. Elke leerlijn bevat een omschrijving van belangrijke leerervaringen met tussendoelen die per groep zijn uitgewerkt. En alle vaardigheden worden stapsgewijs opgebouwd. Het spel tikkertje is in groep 1 veel simpeler dan in groep 8. Sociale vaardigheden Naast de lessen volgens de leerlijnen, bied ik ook vakken als voetbal en hockey aan. Dat vind ik belangrijk om de kinderen voor te bereiden op de middelbare school, waar ze nog meer worden uitgedaagd met gymnastiek. Eens in de zoveel tijd doen we een groot klassikaal spel. Lekker een keertje verstoppertje of trefbal spelen. Zulke spellen zijn goed voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden. Daar besteden we in de lessen sowieso veel aandacht aan. Zo leer ik de kinderen elkaar aan het einde van de les een boks te geven. En al snel lopen ze dan na een voetbalwedstrijdje, op bijvoorbeeld een schoolvoetbaltoernooi, uit zichzelf naar hun tegenstander en zeggen “Goed gespeeld!”. Daaruit kun je opmaken dat ze veel minder alleen gefocust zijn op winnen of verliezen, maar ook op samenwerken, op de sfeer, dat ze het leuk hebben met elkaar. Eén van de mooiste dingen van mijn vak is dat je kinderen heel snel in hun motoriek ziet groeien. In een periode van twee jaar kunnen ze enorme vorderingen maken. Touwtjespringen en ringzwaaien, bijvoorbeeld, bied ik een paar keer per jaar aan en dan merk je dat niet alleen de motoriek, maar ook het zelfvertrouwen met sprongen vooruitgaat. Dat is voor mij echt een bijzondere ervaring. Dat maakt mij wel heel blij als gymdocent. Nieuwe materialen Mijn werk omvat meer dan alleen gymles geven. Zo organiseer ik ook de Koningsspelen en teamuitjes. Verder zit ik in een gemeentelijke werkgroep die tot doel heeft het gymnastiekonderwijs te verbeteren, onder andere door de aanschaf van nieuw materiaal – matten, klimrekken en touwen – voor de verschillende gymzalen in Houten. Behalve met de aanschaf van alle nieuwe materialen ben ik ook heel blij met de nieuwe verplichting vanuit de overheid voor scholen om alle kinderen minimaal tweemaal per week gymles te geven. Dat gebeurt nu bij ons alleen in de bovenbouw. Die verplichting gaat het komend schooljaar in. Ik zie dat als een erkenning van het belang van gymnastiek voor de ontwikkeling van het kind, wat nogal eens wordt vergeten. Sanne van Blokland Vakleerkracht gymnastiek

Ik ben leerkracht van groep 4 op de Bijenkorf, voor drie dagen in de week. Op dezelfde school ben ik ook rekencoördinator. In die laatste rol heb ik het afgelopen jaar met het team een nieuwe rekenmethode geïmplementeerd. Verder werk ik één dag in de week op de Plantage, waar ik me als rekenspecialist alleen met rekenen bezighoud. Ik begeleid er kinderen met een rekenachterstand. Eerst breng ik in kaart waarom ze uitvallen, daarna ga ik aan het werk op basis van een plan van aanpak met een duidelijke doelstelling. Niet rekenen maar tellen Het afgelopen jaar heb ik een heel bijzondere leerling gehad, een meisje dat totaal niet meekwam in groep 6. Uit het rekenonderzoek bleek dat ze presteerde op het niveau van groep 3. We ontdekten dat ze faalangst had. Dat had ze lange tijd heel goed weten te verbergen; ze rekende sommen uit door niet echt te rekenen, maar door te tellen. Dat komt bij kinderen vaker voor, ze tellen dan met hun vingers of door met hun hoofd te knikken. Tot groep 5 komen ze daar vaak mee weg, maar dan houdt het op. Toen we bij dat meisje de oorzaak van de achterstand ontdekten, hebben we het rekenen bij haar weer vanaf de grond opgebouwd. Steentje voor steentje een degelijk fundament gelegd. Rekenvaardigheid is als een muurtje: wanneer de bouwstenen van onderaf niet sterk genoeg zijn, stort het in. Door de eerste succesmomenten en de voortdurende positieve feedback van haar leerkrachten, kreeg het meisje veel meer zelfvertrouwen. Binnen een half jaar zat ze op het niveau van groep 5. Dat was prachtig om te zien. Zelfvertrouwen Achterstand in rekenen heeft vaak te maken met gebrek aan zelfvertrouwen. Zelf had ik op de basisschool veel moeite met rekenen. Voordat ik de PABO ging doen, heb ik daarom eerst een rekencursus gevolgd. Tijdens die cursus dacht ik al snel: hoe heb ik dit nou moeilijk kunnen vinden? Veel kinderen die achterblijven met rekenen, hebben even de juiste klik gemist, waren net nog niet rijp voor de aangeboden stof. Ze gaan dan op hun tenen lopen en raken steeds verder achterop. Gelukkig is rekenen overzichtelijk opgebouwd en kunnen zulke kinderen met de juiste begeleiding meestal de draad weer oppakken. Op de PABO kreeg ik de smaak van rekenen te pakken, en toen ik drie jaar voor de klas stond ben ik de opleiding Master of Educational Needs gaan volgen met rekenen als specialisme. RekenXL Naast de kinderen die rekenen moeilijk vinden, zijn er natuurlijk ook kinderen die er sterk in zijn. Voor hen hebben we de methode RekenXL. Die geeft extra uitdaging met moeilijke rekenprojecten waarbij de kinderen naar een eindopdracht toewerken en een presentatie geven voor de klas. Daar gaan we op de Bijenkorf het komend schooljaar extra nadruk op leggen: hoe kunnen we voor de sterke rekenaars de lat hoger leggen. L a u r a V e r h n Rekencoördinator (de Bijenkorf) en rekenspecialist (de Plantage) Zelf had ik op de basisschool moeite met rekenen Laura

Behalve leerkracht van groep 8 – voor twee dagen in de week – ben ik voor één dag in de week taalcoördinator op de Plantage. In die rol werk ik nauw samen met de kwaliteitsmedewerker en de intern begeleider. Het afgelopen jaar heb ik met een werkgroep een visie vastgesteld voor een nieuwe aanpak van het taal- en leesonderwijs op onze school. Die visie omvat alles wat met taal te maken heeft: van technisch lezen en tekstbegrip tot spelling en het dyslexieprotocol. Rijke teksten Kern van onze nieuwe aanpak is dat we afstappen van de methode ‘begrijpend lezen’ en overgaan naar het lezen van ‘rijke teksten’. Veel meer dan bij begrijpend lezen, leren de kinderen bij het lezen van rijke teksten verbanden te leggen tussen de verschillende tekstonderdelen. Met gericht vragen stellen laat de leerkracht ze de tekst meerdere keren lezen. Door over de tekst te praten en discussiëren denken ze dieper na over de inhoud. En dat leidt tot een dieper tekstbegrip. Zo vragen we de leerlingen bijvoorbeeld een tekst over de kringloop van het water te lezen en die kringloop dan te tekenen. Of er een tijdlijn van te maken. Of we laten de kinderen een tekst lezen over een schilderij en vragen ze dan hoe het schilderij eruitziet en of ze het kunnen natekenen. Door te werken met rijke teksten stimuleren we de kinderen om aandachtiger te lezen en daarmee bevorderen we uiteindelijk ook om hun woordenschat en hun spreek- en schrijfvaardigheid. Daltonprincipes We zijn nu volop bezig met de concrete invulling van onze nieuwe visie op het taal- en leesonderwijs. Daarvoor bedenken we leerlijnen die precies omschrijven wat we de leerlingen willen leren, hoe we dat willen doen en met welke middelen we dat willen realiseren. En omdat we een daltonschool zijn, laten we die leerlijnen natuurlijk zoveel mogelijk sporen met de daltonprincipes. De belangrijkste zijn zelfstandigheid, samenwerking en reflectie. Daarnaast zijn we bezig met de aanschaf van de nodige materialen, met de opbouw van een bibliotheek van rijke teksten en met de voorbereiding van studiedagen voor de leerkrachten. Inspirerend Op dat taalcoördinatorschap ben ik eigenlijk drie jaar geleden gekomen. Ik stond toen veertien jaar voor de klas – nadat ik de PABO had gedaan – en had verschillende werkgroepen voorgezeten, zoals de werkgroep festiviteiten. Ik wilde iets meer onderwijsinhoudelijks en ben toen de cursus taalcoördinator gaan doen. De invoering van het werken met rijke teksten is voor iedereen op school heel inspirerend. Ik vond het prachtig toen een leerling, tijdens de behandeling van zo’n tekst, heel enthousiast tegen me zei “Nu moet ik tenminste echt een keer goed lezen om het te kunnen snappen”. Isabel de Beer Taal- en leesspecialist Isabel Echt goed lezen om een tekst te snappen

Esther Muziek maken doet kinderen stralen van plezier Om de veertien dagen krijgt elke groep op Ridderspoor van mij drie kwartier muziekles. De ene maandag heb ik vier groepen, de andere maandag vijf. Altijd staat zingen op het programma, want het is belangrijk dat kinderen hun stem ontwikkelen. Iedereen kan zingen en iedereen kan op die manier muziek maken. Ook gebruiken we in elke les grote en kleine muziekinstrumenten, zoals djembés, xylofoons, ukeleles en trommels. Bij de kleuters werk ik met lintjes en knuffels of met bloemen. Daarbij zingen de kinderen bijvoorbeeld lenteliedjes. Als bolletjes die liggen te slapen onder de grond, worden ze wakker en groeien dan uit de aarde omhoog. Akkoorden Vanaf de middenbouw leren de kinderen akkoorden spelen, onder andere met behulp van boomwhackers. Dat zijn gekleurde buizen van verschillende lengtes die je tegen iets aan slaat – je hand, je been, je stoel – en die dan elk een andere toon laten horen. Een rode buis, bijvoorbeeld, is een c, een oranje buis is een d, een gele buis een e. De klanken van drie van die buizen vormen samen een akkoord. In de middenbouw leren de kinderen ook stap voor stap akkoorden spelen met een ukelele: eerst de simpelste akkoorden met twee vingers, in groep zes komt daar een vinger bij. In de bovenbouw gebruik ik vooral popnummers om de kinderen verder akkoorden te leren en ritmisch te spelen en zingen. Die nummers begeleiden ze met dansjes en lichaamspercussie. Door muziek te maken ontwikkelen kinderen een groot aantal vaardigheden. Het stimuleert hun creativiteit. Verschillende instrumenten bespelen bevordert hun motoriek. Daarnaast vergroot zingen de taalvaardigheid, we zingen veel Engelse liedjes. En als de kinderen lekker ontspannen muziek hebben gemaakt, hebben ze ook meer aandacht in de lessen erna. Muziek op Schoot Sinds mijn afstuderen als muziekdocent aan het conservatorium, in 2013, heb ik op verschillende BSO’s, kinderdagverblijven en basisscholen muziekles gegeven. Ondertussen deed ik de postHBO opleiding ‘Muziek op Schoot’ waarbij je leert om samen met ouders en kinderen spelletjes te doen, liedjes te doen en muziek te maken. Sinds 2015 werk ik als vakleerkracht muziek op Ridderspoor. In 2018 ben ik met de PABO begonnen en hier als groepsleerkracht aan de slag gegaan. Ik sta nu twee dagen in de week voor groep vier, één dag in de week geef ik muziekles. Een ideale combinatie: op de maandagen zie ik alle kinderen van de school, de andere dagen heb ik een vaste groep die ik elke dag zie. Het leukst aan de muziekles zijn de momenten waarop de kinderen allemaal spontaan meedoen en aan het einde stralen van plezier. Esther Ruijg Vakleerkracht muziek

Vier dagen in de week sta ik als leerkracht voor groep 7. Daarnaast vervul ik één dag in de week verschillende taken, waaronder die van gedragsspecialist. In die rol spreek ik vaak preventief met kinderen die het lastig vinden het juiste gedrag te vertonen, en ik klankbord daarover met leerkrachten over de beste aanpak. Ik bezoek de verschillende groepen en bespreek met de leerkrachten de sfeer in de klas. Ook neem ik deel aan leerlingbesprekingen. In het bouwoverleg bespreek ik met de leerkrachten voorkomende gedragsproblemen en mogelijke oplossingen. Gedragsregels Net als alle andere scholen in Nederland hanteren wij voor zowel leerlingen als leerkrachten gedragsregels die een soepel ‘samenleven’ moeten garanderen. Door vaste afspraken, regels en structuur weten de kinderen waar ze aan toe zijn en kunnen ze zich goed concentreren. Eén van mijn taken als gedragsspecialist is ervoor te zorgen dat de regels bij iedereen bekend zijn, en bevorderen dat ze worden nageleefd. Daarvoor heb ik kwaliteitskaarten en een gedragsprotocol opgezet. Stapsgewijze aanpak Bij de individuele begeleiding van leerlingen rondom gedrag probeer ik samen met het kind een plan te bedenken, om tot een oplossing te komen. De ideeën daarvoor laat ik vooral uit het kind komen. In een groep was er bijvoorbeeld een jongen die moeite heeft met zijn concentratie. De groepsleerkracht heeft afspraken met de leerling gemaakt. Lukt dit niet, dan werkt hij op dat moment even in een andere klas. Met de leerkracht, maar ook met de leerling zijn er gesprekken over zijn gedrag en bespreken dan wat al goed gaat, wat gaat al beter en waar loop je nog tegenaan? Een belangrijke vraag hierbij is: “Wat kan jou helpen?” Hierbij is een mooi hulpmiddel: SAMEN TERUG EN VOORUIT KIJKEN. De oplossing bleek een koptelefoon waarmee hij zich kon afsluiten en focussen op zijn werk. We spraken ook af dat hij, op momenten dat hij te veel werd afgeleid, voortaan zijn spullen pakte en in de klas aan een losse tafel gaat zitten met een scherm eromheen. Gekleurde taken Een ander voorbeeld is een leerling die tijdens de lessen vaak een uitweg zocht op zijn computer om spelletjes te spelen. Voor die jongen, die tegen hoogbegaafdheid aanzit en vond dat alles in de klas te langzaam ging, hebben we samen een eigen dagplanning gemaakt. Daarbij verdeelden we het werk in drie kleuren: blauw, groen en oranje taken. De blauwe moest hij dezelfde dag maken, de groene als de blauwe af waren. En de oranje taken waren de bonustaken. Als hij die af had, mocht hij een spelletje doen. Elke ochtend bespraken mijn duo of ik de invulling van die kleurblokken. Daarna volgde hij in zijn eigen tempo een eigen programma dat hem stimuleerde om te werken. Zo zoeken we altijd in samenspraak met de leerlingen naar oplossingen waardoor ze weer goed functioneren in de klas. Laura Ruijssenaars Gedragsspecialist Wat kan jou helpen? Laura

Cijfers OOH-percentage van het totale aantal basisschoolleerlingen binnen de rondweg Aantal basisschoolleerlingen binnen de rondweg 20 - 29 jaar 30 - 39 jaar 0 5 10 15 20 25 30 2022 2021 2020 2019 0 300 600 900 1200 1500 2022 2021 2020 2019 2022 2022 28,0% 1248 leerlingen 2021 2021 27,6% 219 leerlingen/20 medewerkers 460 leerlingen/42 medewerkers Bij OOH werken 16 mannen en 110 vrouwen. 319 leerlingen/30 medewerkers 250 leerlingen/27 medewerkers 1267 leerlingen 2020 2020 27,1% 1270 leerlingen 2019 2019 25,9% 1280 leerlingen OOH telde 1248 leerlingen en 126 medewerkers op 1 oktober 2022 Percentage leeftijd medewerkers op de scholen Er is nog volop ruimte in de invalpool van OOH. Reageer naar: [email protected]. 10% 38% 39% 22% 17% 40 - 49 jaar 50 - 59 jaar 60>

Cijfers Verzuimcijfers OOH Financiële cijfers Vakleerkrachten 2022 2021 Coronajaar 2020 Coronajaar 2019 2,7% 3,2% 5,3% 6,9% 8,0 8,3 8,4 Baten € 9.245.639 Lasten € 9.241.212 Resultaat € 8.424 Begroot € -309.209 Meer informatie over het bestuursverslag is te lezen op de website www.oo-h.nl. Tevredenheid van de leerlingen 8,4* * Cijfer van vorig jaar, gegevens van dit jaar nog niet bekend. Elke OOH school heeft één of meerdere vakleerkrachten.

De locaties van OOH OBS De Bijenkorf Riddersborch 143 3992 BK Houten OBS De Velduil Locatie Beverakker Beverakker 19 3994 EK Houten Locatie Eggeveld Eggeveld 4-6 3993 GE Houten OBS Ridderspoor Horigenland 50 3994 TK Houten OBS De Plantage Plantagepolder 1 3991 ZE Houten Stichting Openbaar Onderwijs Houten De Bouw 85 3991 SX Houten

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=